Lukas 11:10
‘Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en wie klopt, voor hem zal er opengedaan worden.’
Hier worden nogal wat beloftes gedaan. Vele zullen misschien zeggen dat ze helemaal niet altijd de ervaring hebben die in deze tekst omschreven wordt. Om goed te weten wat er met deze tekst bedoeld wordt moeten we een beetje uitzoomen en kijken verder staat in het stukje in Lukas 11 waar de Herziene Statenvertaling ‘Gebedsverhoring’ boven heeft staan, Lukas 11:5-13. Er worden daar eerst een aantal voorbeelden gegeven van mensen die iets geven aan een ander die erom gevraagd heeft. Daarna wordt het punt gemaakt dat als mensen al weten te geven waar om gevraagd wordt dat onze hemelse Vader dan helemaal wel goed weet wat wij nodig hebben. Het interessante in dit stukje is dat in alle voorbeelden die genoemd worden van mensen die iets geven het om eten gaat. Eten is nodig om lichamelijk te kunnen groeien. In vers 13 lezen we dat onze hemelse Vader niet zomaar wat geeft maar dat Hij de Heilige Geest geeft aan hen die tot Hem bidden. De Heilige Geest hebben we nodig om geestelijk te groeien. God zal de Heilige Geest geven aan hen die er om bidden. Wie het juiste bidt, die ontvangt; wie het juiste zoek, die vindt, en wie op de juiste deur klopt, voor hem zal opengedaan worden. Dit alles moet in overeenstemming zijn met Gods wil. (Jak 4:3)